Vooraf worden Gerard en Baukje van der Wal al gewaarschuwd: in Ethiopië kun je niemand vertrouwen. Toch weerhoudt het hen er niet van om in 2010 ‘alle schepen achter zich te verbranden’ en te verhuizen naar een land dat altijd in crisis is. Met de naïeve verwachting dat het ‘ons bedonderen’ toch heus wel wat mee zal vallen…
TEKST: RUTH DE JONG | BEELD: REINT BERGMAN
Gerard is al op jonge leeftijd ondernemer en bestiert, samen met zijn compagnon, een goed lopende bandenzaak. Baukje doet een commerciële opleiding en de toekomst lacht ze tegemoet. Gerard vertelt: “Ons doel was om veel geld te verdienen en in een groot huis te gaan wonen. We wilden ook wel wat delen, maar vooral zélf in rijkdom leven.” Wanneer ze beiden tot geloof komen, ontstaat er frictie. Het doel om veel geld te verdienen blijkt leeg, hol te zijn. Baukje herinnert zich nog goed: “We besloten om radicaal voor God te kiezen, ongeacht wat het ons zou kosten.”
Radicale keuzes
Op de dag dat Gerard en Baukje trouwen is zij klaar met de studie en hij met de bandenzaak. Bij de verkoop van de onderneming verliezen ze ook hun inkomen. Gerard haalt aan: “Ik wilde aan de slag gaan met wat ik van God gekregen had: een nieuw leven! Alles wat mij tegenhield om in relatie met God te zijn, moest weg. Deze nieuwe rijkdom, daar wilde ik mij voor in gaan zetten.”
Het stel besluit om er een jaar voor uit te trekken om zo te ontdekken wat God voor hen in petto heeft. Dat begon volgens Baukje goed: “We deden samen een Bijbelschool en trokken een jaar door Afrika om aan verschillende projecten mee te werken. Wij dachten dat God ons in Oeganda wilde hebben en verkochten het huis en al onze bezittingen. Maar wat we aantroffen was een hopeloze bende! De wanhoop die ik daar zag, wilde ik niet nog eens beleven. Afrika? Eens, maar nooit weer…”
Of toch?
De reis resulteerde in een gedesillusioneerde terugkeer naar Nederland. Missie mislukt? Gerard meent: “Zo kun je het niet stellen. Er was bij ons wel degelijk iets veranderd. Ik was opgevoed met het ‘kaartje-naar-de-hemelevangelie’. Dit betekent dat zodra je het evangelie hebt aangenomen, je het ‘hoogst haalbare’ hebt bereikt. Maar Baukje en ik kregen telkens duidelijker voor ogen dat Jezus meer wil dan dat. Hij kwam om Zijn koninkrijk op aarde te brengen! God wil dat je er voor de mensen bent, recht doet en het verschil maakt. Dat is goed nieuws in de breedste zin van het woord. Om de ons gegeven talenten hiervoor in te zetten moesten wij op zoek gaan naar een mix van ontwikkelingshulp, zending en ondernemen.”
Eerst loslaten
Zodra Gerard en Baukje de focus op Oeganda loslaten, ontstaat er nieuwe ruimte voor God om richting te geven. Gerard geeft aan: “Ik trof een ondernemer uit Ethiopië die daar een zuivelfabriek had. De yoghurtbekertjes haalde hij uit Duitsland, omdat er niemand in Ethiopië was die deze verpakkingen zelf fabriceerde. Importeren is in Ethiopië altijd ‘een dingetje’ en uit pure frustratie hierover zei hij: ‘Gerard, als je nog eens iets wilt…’ Deze uitspraak bleef maar in mijn hoofd hangen. Misschien moesten we hier toch wat mee.”
Crown packaging
Het plan om een verpakkingsfabriek te beginnen, paste perfect in de missie van Gerard en Baukje.
Als eerste doet het stel onderzoek naar de haalbaarheid van het opzetten van een verpakkingsfabriek. Baukje vertelt: “Het voelde als op avontuur gaan. We ontwikkelden samen plannen en gingen op zoek naar investeerders. Het was ook behoorlijk idealistisch: iets doen wat nog nooit iemand heeft gedaan, zonder garantie op succes. Toch kregen we de overtuiging dat dit was wat God van ons vroeg. We werden er telkens weer in bevestigd.” Uiteindelijk richten ze in Nederland een bv op en van daaruit een dochteronderneming in Ethiopië. Gerard en Baukje verhuizen naar Ethiopië en geven hun bedrijf de naam Crown packaging.
Constant in crisis
Gerard blikt terug: “Het leven in Ethiopië is zwaar. Er is altijd wel een crisis: wisselende stroomvoorziening, papieren die kwijtraken, brand, personele fratsen. En dat naast de constante dreiging van een burgeroorlog waarbij je je afvraagt of het nog wel veilig genoeg is om te blijven. Met die onzekerheid moet je leren omgaan. Ik, als perfectionist, wilde álles goed doen. Ik wilde bewijzen dat het mij wél zou lukken. Falen was geen optie.”
En dan gaat het mis. Gerard krijgt meerdere keren een heftige burn-out. Baukje stelt: “Het was een enorme rottijd. Je zit er alleen, eenzaam, zonder vrienden en ouders die ver weg wonen. Van al die emoties raakte Gerard depressief. Ik wist niet hoe ik hem aan het einde van de dag zou aantreffen.”
De oplossing?
De remedie voor Gerard om van zijn depressie af te raken, was om nog harder te gaan werken. Hij wilde het op eigen kracht doen. Het vertrouwen op God werd telkens minder en de aandacht richtte zich meer en meer op de problemen en uitdagingen. Toch bleef God erbij en stuurde Hij iemand op hun pad. Gerard weet nu: “Ik moest anders naar mijn omstandigheden gaan kijken. Harder werken kan tot op zekere hoogte een oplossing zijn, maar niet altijd. Je brandt jezelf ermee op. Tegenwoordig vraag ik mij af wat het ergste is wat er kan gebeuren. Failliet gaan? Nou en, dan ga ik weer terug naar huis. Relativeren helpt, maar rust inplannen ook. Niet alles hoeft op dit moment te worden opgelost. Ga vissen! Of paardrijden! En kijk morgen maar weer eens. Meestal kijk je er dan met een frisse(re) blik tegenaan.”
Gebrek aan vertrouwen
Gerard leert dat hij op God kan vertrouwen. Maar dat ‘vertrouwen op’ geldt niet voor de Ethiopische bevolking. De waarschuwing vooraf blijkt uit te komen. Baukje weet nog goed: “We kregen te maken met fraude door ons personeel. Onze naïeve houding maakte dat we teleurgesteld raakten.”
Doordat Gerard en Baukje al de nodige tegenslagen hebben meegemaakt, is de frustratie maar van korte duur. Ze zijn in staat om het probleem om te draaien. Gerard stelt: “We hebben er een bedrijfswaarde van gemaakt. We willen in vertrouwen omgaan met onze mensen en zijn ons ervan bewust dat het ook vaak misgaat. Zodra iemand bewijst dat die niet te vertrouwen is, ligt’ ie eruit. Het blijft pijnlijk als het vertrouwen wordt geschaad, maar wij kiezen ervoor om hierin de goede weg te bewandelen, voor Gods eer. Jezus geeft ons de opdracht om grond te veroveren voor Zijn koninkrijk. Op deze manier willen wij binnen ons bedrijf hier gehoor aan geven.”
GUZO coffee
Uiteindelijk draait het er bij Gerard en Baukje om, naast het vertellen over het evangelie, recht te doen en het verschil te maken. Gerard haalt aan: “De winst van veel producten gaat naar het westen, terwijl de grondstoffen uit arme landen komen. Dit vergroot de kloof tussen arm en rijk. Daarom zijn we begonnen met Crown packaging. Door banen te creëren en de winst te delen.“ Tegenwoordig hebben Gerard en Baukje meerdere ondernemingen in Ethiopië, zoals GUZO coffee, een mooi voorbeeld dat past binnen hun missie.
Baukje maakt duidelijk: “Al eeuwen verbouwt en brandt men in Ethiopië de beste koffie. Maar de export bestaat voor maar liefst 99 procent uit onbewerkte bonen. Deze bonen worden in het buitenland gebrand en verpakt. Juist dáármee wordt het geld verdiend. Door dit hele proces in Ethiopië te houden zorgt het voor nieuwe banen en stimuleren we de economie.”
GUZO betekent ‘reis’ in Ethiopië. De route ontdekken we vaak gaandeweg, de eindbestemming is duidelijk: een rechtvaardige wereld.
Terug in Nederland
De afgelopen drie jaar woont het gezin van der Wal weer in Nederland. Gerard besluit: “Sinds ik meer op afstand woon, kan ik de dingen beter loslaten. De rol van het uitzetten van nieuwe lijnen, nieuwe bedrijven starten, ligt mij beter dan het managen van wat er al staat. Daar hebben we andere mensen voor. Samen met de mensen in Ethiopië kunnen we de bedrijven tot een succes maken. De wederkerige afhankelijkheid, dat is belangrijk. Maar bovenal dat je leeft in afhankelijkheid van God. Als je écht je leven aan Hem durft te geven, alles opgeeft, dan zal Hij je leiden en gebruiken! Zet je talenten in om te ondernemen voor Zijn koninkrijk en maak het verschil!”