Er was wel dat verlangen, vandaar ook zijn zoektocht. Maar Klaas Roos leerde God pas écht kennen, toen hij zichzelf niet langer kon helpen. Daar aan die afgrond ontmoette hij God. Hij moest alleen wel erg diep vallen, voordat hij weer vaste grond onder zijn voeten had.
Eenzaamheid
Acht jaar geleden stortte zijn leven als een kaartenhuis in elkaar. De zorgvuldig opgebouwde vestingmuur om hem heen lag aan diggelen en zijn grootste angst werd werkelijkheid. Hij was eenzaam. Alles wat hij had willen voorkomen, had hij deels zelf bewerkstelligd door onbereikbaar te zijn. Zijn huwelijk strandde en terwijl zijn ex-vrouw met hun vier kinderen thuis zat, werd hij ergens anders volledig teruggeworpen op zichzelf.
Hulp
“Ik had nooit iemand nodig, ik hoefde geen hulpvraag te stellen. Niet aan Jezus en niet aan anderen. Ik kon het zelf.” Dit dieptepunt was meteen ook een goed moment om dag te zeggen tegen God. “Ik ben overal mee gestopt, dacht: nu heb ik vrijheid.” Maar viel dat even tegen, vrijheid zonder koers. Gelukkig dacht God er net zo over. “God heeft me vastgehouden, en ik heb toen echt besloten: mijn weg gaat met Hem. En in die eenzaamheid heeft hij me laten zien dat ik niet de enige was. Jezus is verlaten geweest van zijn Vader.”
Er kwam weer vaste grond onder zijn voeten, sterker nog, Klaas omschrijft het als een stevig fundament. “Ineens kon ik staan.” En staan ging hij. Met de volledige wapenrusting aan. “In Efeze staat ook: staat dan. Sta op de plek waar je neergezet bent. Daar sta ik nu, want de strijd is al gewonnen.”
Mening
Klaas zijn levenshouding verandert vanaf dat moment. Waar hij eerder alleen diende als bemiddelaar zonder eigen mening – want dat is wat hij vanaf zijn vroege jeugd leerde te zijn – leert hij nu een eigen mening te vormen. Waar hij zich eerder niet gezien voelde, leert hij nu om daarover geen wrok meer te koesteren.
Dat proces van verandering ervaart hij naast zegenrijk als bijzonder pijnlijk. “Je wordt helemaal afgepeld. Wat er dan overblijft, is een egoïstisch iemand. Dat is niet mooi, wat je dan ziet van jezelf. Daartegenover staat dat ik het heel vrijmoedig bij God neer mocht leggen, want ik heb het niet bewust gedaan. Ik had veel meer kunnen vechten voor de ander, keek te veel naar mezelf. Maar ik was aan het overleven en wist niet dat het ook anders kon.”
Tweede Helft
Klaas besluit mee te gaan met het Tweede Helft-weekend van 4M in Zwitserland. “Daar heb ik zo veel geleerd en gedeeld.” Enthousiast pakt hij een blauwe stift. Op het whiteboard achter hem hangt een groot wit vel met daarop de planning voor de werkplaats en nog wat witruimte. Op die witruimte tekent hij twee bergen. Eerst een wat lage, gevolgd door een hogere. “Kijk, de eerste berg is je eerste helft.” Hij schrijft er GSM naast. “Alles draait om geld, seks en macht.” Na een piek volgt een dal, noem het je midlifecrisis, en daarna start de beklimming van berg twee. Klaas schrijft daarbij de letters: DED. “Dienen, eren en delen. Het gaat niet meer om jou, het gaat om de ander. Om God. Om hoe ik Hem en de ander kan dienen en kan delen van mijn talenten.”
“Vroeger was ik altijd aan het werk, ik was op de vlucht. En toen veranderde alles en kreeg ik voor 50 procent zorg voor de kinderen. Ik heb daar alles op aangepast. Sinds een aantal jaren heb ik ze zelfs 100 procent. Ik bied de kinderen ruimte, openheid. Ze zien een liefhebbende vader, inclusief zijn fouten en gebreken.”
Schroeiplekken in je hart
Klaas vertelt ook over zijn opgedane psychologische inzichten. “Er is dat boek:”, begint hij, “‘Ik kan veranderen’ van Michelle Dusseldorp.” Op datzelfde witte papier tekent hij onder de blauwe bergen een rood hart. In dat hart zet hij dikke stippen. “Die stippen zijn de brandplekken in je hart, als een verschroeid bos. Eenzaamheid kan zo’n plek zijn. Niemand wil in een verschroeid bos lopen, want dat is angstig. Wat je doet: je bouwt een muurtje om die plek heen, zet er een klimop tegenaan met wat bloemetjes. Maar daarmee ontneem je die plek ook de kans op nieuw leven, want er komt geen licht bij.” En juist dat licht gunt hij iedereen. Daarom tekent hij ditzelfde hart ook regelmatig voor zijn stoere metaalbewerkers, om ze hierover na te laten denken.
Waarheid
“Ik kom uit een behoudende gemeente, ben daar gedoopt, heb daar belijdenis gedaan en voel me daar thuis.” Daar, in die gemeente, krijgt hij als kind het verlangen om God te kennen. Maar dat verlangen blijft lang een zoektocht, voordat het vervuld wordt. In zijn diensttijd – “Ik was de laatste lichting” – leest hij zijn Bijbel fanatiek en spreekt de Bijbel ook tot hem. Het verlangen groeit. Maar wat God nou wil voor hem? Hij wist het niet. Maar God kon Klaas ook niet bereiken, want de oude Klaas kon alles zelf. En ook nu weet Klaas nog steeds niet altijd wat God van hem wil, maar het grote verschil is dat hij iedere dag weer zijn hele leven in Gods handen legt.
Iedere ochtend opent hij zijn eigen handen en bidt: “Hier zijn mijn handen, mijn hart, mijn hoofd. Doe ermee wat U wilt.” Hij omgordt zich met de riem van waarheid en alles wat er nog meer bij de wapenrusting komt kijken. Waarheid, ja, dat Klaas die belangrijk vindt, predikt al vanaf het briefje aan zijn kantoordeur; drie Bijbelteksten op een A4’tje over de waarheid. “Iedereen die binnenkomt ziet dit, leest dit. God is waarheid en de waarheid bevrijdt.”
Tijd met God
’s Ochtends wandelt hij allereerst met de hond en dat is direct al stille tijd. Maar daar blijft het niet bij. God krijgt alle ruimte de hele dag door. “Voor het ontbijt ga ik eerst lezen, stukje uit de Bijbel. Start ik mijn werkdag, dan bid ik achter mijn bureau.” Belangrijke taken voor Klaas, want Bijbel lezen, bidden – het staat gewoon uitgeschreven boven aan zijn takenlijst. Daar, achter zijn bureau, bidt hij voor alle medewerkers. Hij laat een lijst zien met daarop alle 40 namen: “Ik noem ze allemaal bij naam en zegen ze.” Of ze het merken? “Er heerst een vorm van liefde hier.” En dat klopt, de sfeer in de enorm grote metaalwerkplaats is gek genoeg sereen te noemen. Zelf ervaart hij ook veel zegen in zijn werk. “Problemen genoeg om tegen aan te lopen, maar Hij lost ze op.” Samen met drie anderen komt hij iedere dinsdagmiddag samen in zijn kantoor. Een samenkomst waarvoor ze hun vrije tijd opnemen. Ze zitten bij elkaar, bespreken gebedspunten en bidden. “Daarna is het even stil en voel je Gods aanwezigheid.” Niet iedereen in het metaalbedrijf reageert hierop enthousiast. “Er wordt ook wel gezegd: moeten ze niet gewoon werken of zo. Maar dit is zó belangrijk, we blijven dit doen.”
Meer lezen? Dit artikel verscheen in Business Contact. Vraag een gratis proefexemplaar aan of neem een een abonnement en ontvang vier keer per jaar Business Contact magazine.