In zijn nieuwjaarsspeech riep hij zijn medewerkers op tot dankbaarheid. “Ik ben dankbaar voor wat ik heb gekregen en dat mag jij ook zijn! Er zijn ook veel dingen die gewoon wél kunnen.” De CEO van Fortune Coffee is een man die kijkt naar mogelijkheden in veranderende situaties, net zoals zijn ondernemende vader hem dat vroeger leerde.

Werk en privé kun je niet scheiden, is zijn mening. Maar hij kiest er wel voor niet al zijn werksores mee naar huis te nemen. Dat wil hij Corrie en de kinderen niet aandoen. “Je wilt een verkeerd gesprek niet afreageren op de kinderen als ze aan tafel zitten te jengelen.”

Coronawerken
Terwijl hij af en toe een slok van zijn koffie neemt, vertelt hij dat hij zijn geld van maandag tot en met vrijdag wil verdienen. Vijf dagen is Ton beschikbaar voor Fortune Coffee en zaterdag en zondag staan in het teken van zijn gezin. Want alles wat je aandacht geeft bloeit; dat geldt voor koffieplanten, maar net zo goed voor gezinsleden.

Hij gunt zijn medewerkers hetzelfde. “Op zondagavond ga je toch geen mailtjes sturen? Dat vind ik echt niet fijn. Dan moet je samen op de bank zitten.” ‘Ja, maar wanneer moet ik het dan doen?’, is vaak het weerwoord. Hij ervaart dat door de combinatie van thuis­onderwijs en werk de grens tussen werk en privé wel vervaagt.

Van boter naar koffie
De vader van Ton zat in de boter en maakte de overstap naar partijhandel. Niet iets waar het ondernemende hart van Ton harder van ging kloppen. Hij zocht meer vastigheid, iets waarmee je klanten aan je kunt binden. “Mijn vader kocht een bedrijf in koffie en koffieautomaten. Ik moest toen mijn rijbewijs nog halen en mijn school nog afmaken. ‘Vind je dat wat?’, vroeg hij.”

De koffie was misschien wel iets minder spectaculair dan de partijen, maar passender bij Ton. Niet alleen het bedrijf werd overgenomen, ook Gert – de latere compagnon van Ton – kwam mee. “Samen met mijn vader gingen we op een avond een sollicitatiegesprek met hem houden, bij hem thuis in Woudenberg. Zo ging dat toen.”

Verbintenis
De eerste jaren zorgt vooral Gert voor de koffie. Maar dat verandert als Ton in 1996 met Corrie trouwt; in datzelfde jaar gaat hij ook een verbintenis aan met Gert. Samen worden zij de nieuwe eigenaren van het koffiebedrijf. Tot in 2012. Gert wil dan weleens wat anders. Ton niet, koopt ‘m uit en is vanaf dat moment in zijn eentje chef koffie.

Ondernemende samenwerkers
Een paar jaar eerder, in 2000, besluiten ze over te gaan op een franchiseformule; iets wat je ziet in de winkelstraten, maar wat ook past in de dienstverlening. Ze zoeken daarvoor onder­nemende samenwerkers, lokale ondernemers die de regio voorzien van koffie. Geen Rotterdammer die de Achterhoek bedient, maar iemand die de taal van de regio spreekt.

Verbinding
Voor Ton is échte verbinding met de ander ontzettend belangrijk. En koffie wordt ingezet als middel om tot elkaar te komen, als smeermiddel voor het gesprek. “Een goed sales­gesprek gaat vijf minuten over zaken en de rest over het leven.” Maar dat is in levenden lijve natuurlijk makkelijker dan online.

Gebrek aan interactie
Soms hapert de onlineverbinding voor dit interview even en staat Tons gezicht stil, terwijl de audio zijn werk blijft doen. Het brengt herinneringen bij hem boven. “Gisteren hadden we een bijeenkomst in de werkplaats en waren zeventien mensen online via Teams. Gaat ineens mijn laptop updaten! Zit je met zeventien man in zo’n ding, valt-ie uit. Buiten dat, er is geen interactie. Sommigen zetten beeld of geluid uit. Het is dan zenden, maar niet echt ontvangen. Neem nou lachen; ik houd wel van een lolletje, maar op een gegeven moment wordt er helemaal niet meer gelachen.”

Eerlijke koffie
Het volgende moment praten we verder over zijn product: koffie, eerlijke koffie. ‘Ja, wat is eerlijke koffie? Dat de hele keten eerlijk betaald wordt voor zijn diensten. Van het plantje tot aan wat wij ervoor doen! De discussie hierover is echter al snel dat die koffieboeren eerlijk betaald moeten krijgen. Maar als ik hoor wat boeren in Nederland krijgen voor aardappels of uien… wat is dan eerlijk?”

Koffiebonen
Ton vertelt over pastor Fred in Oeganda die in Nederland ziet wat koffiebonen kosten, weet wat de koffieboeren in Oeganda verdienen en het verschil te groot vindt. In gesprek met hem gaf Ton aan: “Alle toegevoegde waarde wordt door iets of iemand betaald. Lever je het grondproduct, krijg je het minste. Voeg je een dienst toe, krijg je daar meer voor betaald. Verschepen, verbranden, verpakken …”

Ton probeerde pastor Fred er op een andere manier naar te laten kijken. “Je kunt iets in de grond stoppen en dan komt er wel wat uit, maar als je ernaar gaat kijken als een goede akkerbouwer, krijg je een betere oogst en meer voor je product. Je voegt ook weer waarde toe.”

Koffie uit Oeganda
Pastor Fred komt niet uit de lucht vallen. Elf jaar geleden was het zijn droom om in Oeganda koffiebonen te verbouwen op een soort coöperatie-achtige manier. Zodat kinderen die doordeweeks op school te eten krijgen, dankzij sponsortrajecten, ook in de weekenden thuis gevoed kunnen worden. Lang verhaal kort: Gerrit Grievink van Focusplaza, een CBMC-vriend van Gert en Ton, kwam tijdens een kerkdienst in contact met pastor Fred, hoorde van zijn droom en belde meteen Gert – want die neemt op zondag zijn telefoon op. “Gerrit kan het goed vertellen”, zegt Ton. Gerrit enthousiasmeerde namelijk alle belanghebbenden bij Fortune Coffee tijdens een franchisebijeenkomst. “Ze gingen nog net niet op de tafels staan. Gaaf joh, dit gaan we doen!”

Joy, Faith en Grace
Al snel werd het plan uitgevoerd. Het begon met 300 plantjes per boer, in eerste instantie voor 100 boeren. Interkerkelijke groepen van 20 boeren, samengebracht door de dorpsoudste, die luisteren naar namen als: Joy, Faith en Grace. “Maar zoals het gaat in Oeganda, werden we al snel gebeld: ‘Joh, er zijn nog 100 boeren.’” Uiteindelijk volgde de eerste oogst en het succes. Iedereen was enthousiast, ook de overheid die de donatie van koffieplantjes voor zijn rekening nam.

Pick-uptruck
Inmiddels zijn er al 2000 boeren die meedoen aan dit project. “Vorig jaar hebben we nog een pick-uptruck gesponsord, omdat de wegen daar slechter zijn dan bij ons en het moeilijk was om de koffie bij de boeren op te halen met de bodaboda’s [motorfietsen, red.].” Die truck volgt na de al eerder gesponsorde vrachtwagen, auto’s, loods, sorteermachine …

“Maar het is niet mijn bedrijf”, zegt Ton. “Het is mooi om dit te doen, maar ik heb er geen verbinding mee. Wij nemen hun koffie af, maar dat hoeft niet. Ik stimuleer ‘m om bij onze leverancier te verkopen, maar eis dat niet. Dat is een onfrisse situatie. Het is een vrije markt.”

Afrikaans denken
Ton merkt dat het Afrikaanse denken de zakelijkheid nog weleens in de weg kan zitten. “Relaties zijn bijna heilig”, legt Ton uit. Hij haalt een concreet voorbeeld aan. “Koffie wordt geoogst, in opslag gezet bij een coöperatie en dan krijg je pas je geld als het verkocht is. Toen wij daar een keer kwamen, zei hij: ‘Ik heb moeite met het betalen van mijn rekeningen. De koffie ligt daar, maar is nog niet verkocht.’”Waarop Ton reageerde: “Als je met onze partijen zakendoet, krijg je gelijk boter bij de vis.” Het is praten tegen dovenmansoren, is de ervaring van Ton.

Gewoon bidden
Ton léérde ook iets van pastor Fred. “In 2013 waren we in Oeganda met een groepje van acht ondernemers, waarvan drie christelijk. Maar pastor Fred kijkt echt niet naar waar je vandaan komt. Dus het volgende moment stonden we op zo’n plantage, pakten we elkaars handen vast en gingen we gewoon bidden. Dan denk ik wel: ‘Waarom doen we dat in Nederland niet?’”

Toch maakt Ton er geen geheim van christen te zijn. Dat blijkt wel uit de Bijbelse spreekwoorden en gezegden op de kantoorwanden van Fortune Coffee. “Ze weten echt allemaal waaruit ik leef en ik wens ze Gods zegen toe. Maar zoals pastor Fred doet, hij pakt er gewoon een Bijbeltekst bij. Dat is voor mij…, nou, niet een stap te ver, maar hier zou ik dat niet zomaar doen. In Oeganda denken ze daar niet over na, maar doen ze het ‘gewoon’. Dat is niet mijn gewoonte. Ik ben meer van het voorleven.”

Danken
Ton wil trouwens ook niet alleen bidden bij uitdagingen en problemen; hij is ook van het danken. Dat is dan ook wat hij benadrukte in zijn nieuwjaarsspeech. “Dat wil ik ook uitdragen naar mijn kinderen. Je wilt dat ze een gelukkig leven hebben, maar dat is niet het enige: je wilt dat ze God vinden en dat uitstralen.”

Meer lezen? Dit artikel verscheen in Business Contact. Vraag een gratis proefexemplaar aan of neem een een abonnement en ontvang vier ik per jaar Business Contact magazine.

LEES MEER

Impact Stories

Goed doen!

Ferdi van den Bergh is een bevlogen en energieke marketeer, strateeg en ondernemer. Hij leeft voor God en ‘goed doen’. Of het nu gaat om kinderprojecten in Afrika of Nederlandse bedrijven, zijn motto is altijd: droom groot, begin klein en groei snel!TEKST: HELEEN...

meer

Lezen

Dit artikel verscheen in Business Contact.
Vraag een gratis proefexemplaar aan of
neem een een abonnement en ontvang
vier keer per jaar Business Contact magazine.

49 per jaar

BIJ CBMC AANGESLOTEN

Bedrijven